C 9 vóeren waarom de tegenwoordige uit den duin Zeewaards itrekkende Hoofden op de Stranden van Walcheren en Schouwenon danks de verbeterde conftruftie met de verla ging, nog niet genoegzaam kunnen gerekend worden, om de teeën der duinen voor afne ming tegen hooge en hoogere Stormvloeden te beveiligen waarna wij eindelijk VIL Een vast fijstema om een Zeeftrand te verdedigen zullen trachten te laten volgen. I. De gevolgen welke de afzaging der Paal hoofden op het noorderftrand van Walcheren en Schouwen hebben opgeleverdkunnen zich uitftrekken totof zijn gebleken a. Aan de vooroeversof de ondergronden der Stranden d. i. aan het ftrand beneden laag water, of, namelijk, hetzelve is af- of toe genomen. h. Aan het verlagen en verfmallen of verhoogen en verbreeden van het natte en van het drooge jlrand: het eerste is dat terrein Begrepen tusfchen laag en hoog water, en dat dus met iederen Vloed wordt. A 5 be-.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1819 | | pagina 13