-C 25 rukken en vernielen de ftranden en duinen beuken, ondermijnen, verwoesten, en der- zelver beiianddeelen als eene prooi ontroo- vendemet zich naar den afgrond Hepen Misfchien zeg ik is eene dezer vier op genoemde bedenkingen of zijn misfchien wel alle te zamen oorzaakdat het ftrand s federt de afzaging der paalhoofden of aan merkelijk minder of in 't geheel niet meer wordt afgefleteti de duinen aanmerkelijk minder worden aangevallen of afgenomen en. de paalwerken zelve zoo veel minder be- fchadigt worden dan bevorens. Deze ten minste kunnennaar mijn inzien de eenige bedenkingen of twijfelingen zijn, welke te gen het voorfchreven beiluit dat zoo zeer ten voordeele van de verlaging der paalhoof den pleit kunnen beitaan dewijl deze mogelijkheden alle gelegen zijn buiten de paalhoofden en dus indien dezelve in de daad beftaan, kunnen bewijzen, dat men de gemelde gunstige gevolgen of niet alleen ©f in 't geheel nietaan de verlaging der paalhoofden toe te fchrijven hebbe zoo is het van aanbelang dezelve te overwegen. Ter onderzoeking van het eerste point, a. heb ik de opfomming gemaakt der windftre- B 5 ken,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1819 | | pagina 17