4* met iederen inwoner van Westkappelleeti men mag zeker zijn datzoo onze voor ouderen een middel geweten hadden om op het natte ftrand lage, met een natuurlijk ftrand geregeld afdalende hoofden te bouwen zon der door de zeewormen befchadigd te zijn zij nimmer aan zulke hooge lleile werken op de zeeftranden hunne goedkeuringveel min de voorkeur zouden gegeven hebben want met het Prinfesfenhoofd op het noorderftrand van Walcheren namen zij in 1765 eene proef om een lager paalhoofd daar te Hellen en het is genoegzaam bekend hoe men vervolgens de betere uitwerkzelen van hetzelveboven die der andere hoofden ook toen reeds aan die laagte toefchrijvende daar mede in zijnen fchik was hier van heb ik de overtuigendfee bewijzen gevonden in ecnige rapporten onder de Directie van Walcheren berustende. Wij zouden hier mede het tweede point der Vraag voor afgedaan kunnen rekenenen over gaan tot de behandeling van het derde point zoo ons intusfehen nog niet eene zwarigheid was voorgekomenwelke men tegen het afza gen en verlagen der hooge fteile paalhoofden konde inbrengenen fomtijds werkelijk in brengt s

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1819 | | pagina 28