-C 56 )- Sürare, tot één zamenhangend ligchaam is over gegaan gelijk hier voren pag. 33 reeds ia gezegd een verfchijnfel dat men vóór de afzaging der hoofden nimmer befpeurde. Is dan tegenwoordig reeds zoodanig het. Vermogen en de gefteldheid dier hoofden op de Zeeuwfche ftranden en der bermen nevens dezelve is dit- reeds zoodanig op het siöorderftrand van Walcheren waar de fteen fl-echts gefpreid en geenszins in elkanderen gezet, veel min in een zagten ronden toog on der eene geleidelijke oppervlakte is gebragt hoe veel meerder verwaphting zouden wij dan niet mogen hebben, van een» conliruéïie ge lijk diè der met fteen gedekte rijshoofden s hoe veel grooter eigenfchap zouden die dan piet bezitten tot weerftandbieding aan do flitwerkfelen van ftonn cn hooge vloedenen. het geen daar mede gepaart gaat 1 Wij vermeenen derhalve uit het een e» snder gerustelijk te kunnen afleiden datin dien de met fteen gedekte rijshoofden ook op de Zeeuwfche ftranden kunstmatig wier den aangelegd dezelve in hun geheel over vloedig vermogen, en ieder deel in't bijzonder perkte genoeg zoude bezittenom de uitwerk» felcn

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1819 | | pagina 34