-C )- de fetters hk,") daar toe ter genoegzame dieptï in het ftrand gewerkt, naar mate dat men door de ondervinding zal zijn geleerd, hoeveel het ftrand fomtijds op de eene of andere plaats in de nabijheid van dit hoofd verloopt het Zij hetzelve naar beneden afgehaald of naar boven ópgeftooten wordt, enz. Het is overigens alzins doelmatig, aan deté ftebnbermen eenige voeten breedte buiten de tee van het hoofd te geven als b. v. van g tot h (zie fig. 2 litt. G.en deze meerdere breedte ten minften met ééne over de ge-» heele lengte van het hoofd doorgaande rij zware doornikfche fteen digt tegen eikan deren tusfchen de buitenfte tuinen gezet, zoo als de letter s aanwijstte beballasten op dat ook bij buitengewoon en onvoorzien ver loop van het ftrand al ging dit zelfs tot onder den berm toe door deze fteunberttl eenige voeten zoude kunnen narekken zon der dat het hoofd echter eenig letfel Van ver zakking of anderzins zoude te vrefizen heb ben. Voorts wel zorg dragende, voor de goe de executie van het werken vooral van het fteenzetten bijzonder op de meest lijdende gedeelten van het hoofdaan de teeën op het fteunbermtje zoo dat hetzelve een vol- Hl. DEEL. Z. GEN, E doeil-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1819 | | pagina 43