-C 83 )- waar zulks, bij ongeveer parallel aan de oevers loopende ftroomen, met den gevvenschten uit- flag is gedaan, met een regten hoek uit de kust zeewaards zijn; daar door zullen dezelve eene gelijke uitwerking op dc ftroomen van vloed en ebbe doen, zonder deze noodeloos te ver- fterken gelijk dit het geval der tegenwoor dige fchuinfche uitftekende paalhoofden aan het Eiland Walcheren isen zonder gene we derom nutteloos op te vangen, of ongelijke aan botzingen der ftroomen te veroorzakendie we derom op fommige punten aanleiding tot ver- fneilingen draaijingen en neêren geven, ei daar cioor een ongelijkmatig ftrand en met ec 1 onregelmatig brand wederom cenc onregel matige duinstéé enz met alie de daarrocde- gepaard gaande nadeelen vormen of her eene gedeelte ftrands tusfchtn de hoofden b j ftormvloeden en aanloopende golven mee? blootftellen of befchermen en dekken, dan het andere. En behalve dat, met een regten hoek uit de kust zeewaards, de hoofden minder lang behoeven te zijnom een zeker gedeelte ftrands tg beflaan, dan niet een fchuinfchen hoek, en dus een regte ook ten aanzien eener welbere kende oecónomieaanprljzenswaardig is, leert de ondervinding ook aan dc Zceuwfch'e ftran- b z dea

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1819 | | pagina 49