Lïtt D, RECAPITULATIE der diigelijkfche waarnemingen nopens het rijzen der vloeden vóór Westkoppelle boven hei laag waterin twee verfchillende tijdvakken, als van 1782 tot 1790, en andermaal van 1812 tot 1815, ingeüoten. EERSTE T IJ 0 V A K. MAANDEN. 1782. i7«3- 1784. 1785- 1786. 1787. 1788. 1789. 1790. Vt. Dm. Vt. Dra. Vc. Dra. Vt. Dra. Vc. Dra. Vc. Dra. vt. Dra. Vt. Dm. Vt. Dra, Januarij s 0 a s 10 "tr IO 6K- 11 c*? 11 'f'r 10 10j? 12 °T? IO "T? 11 oü Februarij 11 10 6|| 11 ifl II II 4\ 11 'l! 11 6i| 11 Maart 0 0 0 IO 30 4sr IO 8|f IO 9si II 3 11 of? 10 s j? IO 6ff 10 nTf April lO 0u Oïï 10 611 IO 8.f IO 6 21 ifS 11 0 1 3 -ZO 11 o,| Mei 4 9 0» 10 7if 10 4 IO 9s r 10 io5| TT *.'3 11 4s g 10 11 It 10 10 8T! 10 »lï IO 7ïè 11 li I 11 5'io II 2j July o 10 9tt 10 1 1 orf 11 Sf'r 11 60 11 2 TI II 0TT a a Augustus 10 1 'ïf 10 <H7r 10 °i! 1 l 231 i i O 19 31 11 6|f 11 6f? 10 7f4, September 10 8 rf 10 10 11 4it 11 «1 4f| 11 5i3 II 2f 0 October 11 °i? 10 Sft 10 w< IX m 1 °fsr 11 6|'r 11 4T? 10 nff November 10 10 8f 10 9f II 4*1 io 10 ;f II 8,1 11 ■if 10 UvA December 10 5il 10 3i! 10 7ÏT 10 5Ï? 11 ii 6 10 9n ii 9ji Sum van 12 gemiddelde vloeden Dus de gemiddelde vloed, of de in dit tijdvak verheffing van dien boven laagwater Gemiddelde verheffing der Vloeden. Vt. Dm. 11 I 11 cf IO 9ï 10 9f 10 9T II of II l', I X 1 II i? II if 11 0 10 nf 132 off II 0 MAANDEN. T W E 1) T j D V A K Gemiddelde verheffing der ▼locden. 18 IJ. 1813. 18 4- 1815. Vt. Dm. VI. Dm. Vt. Dm. Vt. Dm. Vt. Dm. IO 9Ï 11 6 IO 9tt 1 I Of 11 tii 2 I 8| IO 7% t I of I l 'Ti 1 I Off 1 I I I °i I I IO i°§ IO 83 IO fff 1 I O IO lijf 10 I°ïï 1 I II 4t§ IO i'f 10 Pij IO of July 10 9x1 II 3TI 10 H II °3Ï IO i li- 10 95? IX 3 IO to' I X 5ft- I I of 10 n 10 10 IO 9ïè 10 i%i IO 84 11 5r§ 11 4} IO 7J 10 6)i?. USI IO tiff 10 ioli i I 3ïi I I o§ 10 I O—?- 1 u3o 11 of 10 nji II 3f 10 11 1 20 J3I II ofj Som van is gemiddelde vloeden in deze jaren Dus de gemiddelde vloed, of de verheffing van dien bovea laagwater '32 3l AANMERKINGEN. Be waarnemingen in bet eerste tijdvak zijn gedaan op Blooifche maat, terwijl die inliet tweede tijdvak ten deele in metres doch het ge heelejaar i8i5opJ?A//«- landfo/te maat is ge. fchied waarom ik ook de métres in deze recapi tulatie tot die maat her leid heb en welke zich tegen de Blooifche maat verhoudtals 26544 27650 het blijkt daar uitdat in het tweede tijdvak de laatste waar nemingen op den vloed, iets hooger gaan dan in het eerste.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1819 | | pagina 69