K 3- tle duin op het zuiderif rand van Walcheren door de goiven en rolzeeën aanmerkelijk aan gevallen en verfcheidene paalhoofden ander maal van den duin ontworteld. Der. 23. Augustus 1812. Woei de ftorm uit het west-noordwesten en verhief de vloed zich op het noorderftrand van Walcheren tot aan de teeên der duinen. In de kramwerken, aan den Wesskctppelfchen dijk had men zeer veel fchade de onafgezaag- de paalhoofden, als onder anderen Prinfcn Pous-, Bijlevelds- en Lijndenshoofclen, onder gingen insgelijks gevoelige verliezen. Den 18. Februari) 1813. Stormde het uit het west - zuidwesten en- westen waar door de nog onafgezasgde paal» hoofden als du Pons en Lijndenshoofden zeer groote rampen ontvingen ook f'chenen de ftaket paalhoofden als Boddasrts Neb* lens' en Matthijsjens'ioofden veel geleden te hebben het ftrand en duin was aldaar zeep aangevallen en verminderd; de fteïle klei kan ten van het ftrand zijn er moeten worden af» gevlakt en met rijswerk verzekerd. Men be* G 3 Jkwaiü

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1819 | | pagina 75