-c 16 }- •<ti in dc AI-dig alhier begraven: (zie W. van GoudhoevenChronijk van Hollandfol. 313») nevens welker lijk het gebeente van haren echtgenoot zoude zijn nedergelegd, naar't ver haal van den Schrijver der Historie van het Bisdom van Zeeland fol. 13. of Oudheden en Gefiichten van Zeeland!-■ D. bi. 50,- noch ook eindelijk dat van Graaf floris den Mom* froir, Koning Willem's Broeder in een tour- noifpel te Antwerpen gewond den 25 Maart 1258, en aan welke wonden hij is overleden en hier begraven in de Abdij den 7 Mei daar aanvolgende volgens B.eigersberg Chron. van. ZeelandII. D. hl. 88. Trouwens de ondiepte van de in den Kerk muur gemaakte bewaarplaats laat niet toe te gelooven dat men een pas gevallen lijk en dat wel in eene houten kist zoude begraven boven den grond daar de flank buiten allen twijfel, bij de uitoefening van den Godsdienst in de Abdijkerk vooral in het Koor zeer hinderlijk zoude geweest zijn. Maar zoodanig was het niet met het gebeente van Koning willem, gefneuveld in het jaar 1256, en toen volgens het verhaal van 1Me lis Stoke II. D. bl. 215, in een Serine onder den grond begraven ea in 1282 wedergevon- derj

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1820 | | pagina 24