C 19 J— Hailr. Barlandtss de Com'ttibus Hollandha pi. 39. tegen over fol 33 bij Goudhoeven fol. 311 en bij Vosmeer in librocui dtuius Principes Holl Zeél. pag. 23 fchocn deze afbeeldingen van later tijd zijn. Gaarne erken ik dat deze bedenking eeni- ge zwarigheid oplevert. Willem was Roomsch Koning en als zoo danig hier te lande erkend op welke wijze hij dan ook tot deze waardigheid ware verhe. ven en daarin bevestigddoch de bedenking zou van meerder gewigt zijnindien men kon bewijzen, dat de ontdekte zerk gelegd ware op last van's Koning Zoon floris den V: die echter is onmogelijk en zelfs de zaak onwaar- fchijnlijk. Floris het gebeente van zijnen Vader gevonden hebbende, fteide er eene eer. in om die dierbare overblijfsels in eene kost» bare kist boven den grond te bewaren, en voor aller oogen zigtbaar te houdenmet oogmerk,: waarfchijnlijk om niet alleen de nagedachte nis van zulk eenen waarden en wreedelijk ver-; moorden Vader en dapperen Vorst in fteeds du» rend aandenken te bewaren maar ook vooral om, bij de befchouwing daarvan de Zeeu wen aan te vuren tot heldhaftige verdediging B a vair

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1820 | | pagina 27