-( 2(5 Middelburg overgebragt, A'!e teekenen van eerbiedige herinnering zijn verdwenen. De tijden die wij beleven ieveren gedurig bewij zen op van eerbied voor de nagedachtenis van groote mannenhet zij dat hunne borstbeel den aan de openbare befch ouwing worden aangeboden, hetzij er eerezuilen voor gefticht vrordenof dat hunne asch naar heerlijker rustplaatfen worde overgebragt. Hoe .veie Vorften en Staatsmannen waren er al werkzaam aan de bewaring der nagedachte nis van dezen willeb, en wat is er overge bleven van hunne pogingen?Misfchien be hoort het tot den fmaak onzer tijden om één maal aan zoo vele wenfehen te voldoen. Ik heb althans mij verpligt geoordeeld aan Zijne Excellentie den HeerKommisfarïs Ge neraal van Kunsten en Wetenfchappen van mijne ontdekking kennis te geven en nader hand de vrijheid genomen om aan Zijne Ma jesteit den koning voor te fteliende op- rigtingvan een klein Monument ter herinnering der verduisterde nagedachtenis van den Roomsch Koning willem den II; doch ik had mij niet durven vieijen met een zoo gunstig en zoo fpoe- dig befluit, als uit de aanfehrijving van boven ga

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1820 | | pagina 34