5o baarheid der Zeeuwenvoor wier eer en roers hij alle zijne krachten inspande. Indien ik in staat geweest benMijne Heercn! Ukdaarvan te overtuigen, indien ik in uwe har ten den schuldigen eerbied aan de Nagedachtenis van Pieter de laRuë heb mogen opwekken of verlevendigen indien ik mijn onderwerp niet geheel onwaardiglijk behandeld en van uwe aandacht geen misbruik gemaakt liebzullen alle mijne wenschen ten dezen opzigte vervuld zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 100