C 10 5 >- en eene bloeijende gezondheid geniet). On- middelijkop deze verlosfing vloeide zij dermate, dat de Vroedvrouw, die haar bijfband geboden had, zich daar over zeer bekommerende en voor het leven der kraamvrouwvreezende, be- floot haar de Nageboorte ten fpoedigften af te halen, 'tgeen met moeite en tevens met veel pijn voor de lijdcres gefchicdde, waarna zij ter- ilond overging tot het beleggen van den buik en de partes genitales met doeken gedom peld in koud water, dezelve telkens bij herha ling, in eenen daartoe geplaatsten emmer, op nieuw bevochtigende..Haar wierd nu door de Vroedvrouw geen fluitband omgedaan, ge lijk anders in deze landen de vrij algemeene en hoogstnuttige gewoonte is maar terwijl zij lang over hevige koude klaagde door dezelve toegevoegd dat is niets; latende zij de Kraamvrouwdie door den langdurigen ar beid llerk gezweet had, nu gedurende eenige uren bijna geheel bloot liggen. In hoever nu het meer dan gewoon vloeijen en deze daar te gen in het werk geftelde of daaromtrend ge bezigde handelwijze tot hare volgende onge lukkige ligchaams ongefteldheid eenige aanlei ding gegeven hebben, (Iaat mij thans niet te •nderzoeken. Zoo veel is zekerdat de Vrouw II het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 135