C 1x6
de Heercn laiir, daman en ik, ook aan
wezig waren de Hceren Medicinse Doftoren en
Vroedraeesters p. s 'craeuwen en h. r i p-
ping, benevens de Heeren a, van dein se
en m. tak destijds Medicina; Studenten te
Leijden wclké laatfte ook toevallig met mij
des Donderdags nachts bij het droevig voorval
was tegenwoordig geweest.
Na ons door het onderzoek van den blooten
en monftrueufen buik van de aanwezenheid van
eene enorme hoeveelheid vocht in de hollig
heid van denzelven verzekerd te hebben ter
wijl zich reeds aan ons oog water uit de
opperhuid 'Zijperende vertoondeen na des-
zelfs omtrek 'te hebben gemeten(zijnde
ruim zeven voet en één duim Middelburgfche
maat,) liet ik, alvorens tot het inwendig on
derzoek over te gaan, door den Heer r. j. dï
koster, ten dien einde daartoe door mij
verzocht, eene naauwkeurige en in allen dee-
le evenredige fchets van het ligchaam, zoo
als hetzelve, van kleederen ontdaan, zich op
den rug liggende, voordeed, maken, (zie
de Plaat hierachter) en daarna het lijk, niet
zonder veel moeite, op de linkerzijde plaat-
fen. Nu verrigtte de Heer lahr met de
meeste oplettenheid den buikfteek (para-
een-