-~( 119
De dunne en dikke darmen (intesrina tenuia
et crasfa) hadden eene groene livide kleur,
lagen uit hunne natuurlijke plaats, tegen de
holte der lendenen bij elkander gedrukt en
waren van eene meer dan gewone kleente en
dunheid geworden. Ook vonden wij het darm-
fcheil (mefenterium) en de darmfcheils klie
ren fglandulte meferaicte) ontaard terwijl er
overal gebrekkige zamengroeijingen der deelen
met eikanderen plaats hadden. Dan onze bc-
fchouwingen verder bepalende tot de deelen
in de holte van het bekken gelegen, ontdekten
wij al fpoedig de vermoedelijke oorzaak dezer
buitengewone Waterzucht. De Baarmoeder
(uterus) was op zich zelve befchouwdin
eenen natuurlijken Haat en van die gewone
groottezoo als men die in lijken van meer
malen gebaard hebbende vrouwen vindt
ook was er noch aan het regter eiërnest
(ovarium dextrum) noch aan deszelfs trompec
en franjes iets buitengewoons te befpeuren
dantot onze verwondering misten wij het
linker eiërnest 't geen niet te vinden was, ter
wijl zich langs de linker lapellen van het buik
vlies (peritonéum) 't welk door de kruiswijze
opening van den buik omgeflagen lag een lijmig
gelatineus vocht in menigte onthield, zoo dat
hier gewisfelijk al zeer vroeg een eiërnest-zak
III. DEEL. I WJ.