C 120 waterzucht (hijdrops ovarii) plaats geuau neb be die een gevolg kan geweest zijn van de eerste ongelukkige verlosfing of van vooraf gaande ongelleldheid want wie mag dit a posteriori bepalen Het is dus waarfchijn- lijkdat langen tijd voor zich het water in de holligheid van den buik heeft uitge- flort, het linker ovariumgelijk meestal, een zak geformeerd hebbe die allengs meer in grootte toenemende, zich eerst tot eene zeer aanmerkelijke hoogte heeft uitgezet, het buik vlies met de darmen na boven heeft gedrukt en daarna tot zulk eene buitengewone uitzetting- gekomen zijnde tevens dunner en dunner ge worden en eindelijk doorgebroken is of het vocht langzamerhand in de holce van den buik ontlast heeft. Niet alléén geven tot dit vermoeden de waar* genomene verfchijnfelen bij deze Vrouw gedu rende haar ellendig leven en de menigvuldige zamengroeijingen der deelendie wij in het lijk befpeurden aanleiding, maar ben ik ook daarin nog nader bevestigd gewordendoor het her lezen der bekende uitmuntende Verhandeling van wijlen den beroemden van der h a a r over de Eiernest-zak-waterzucht der Vrou wen(te vinden in het zesden deels tweede (luk van de Verhandelingen der Haarlemfche Maat- fchap-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 150