-( 2 )-
Vaderlanderendie dezelve beftuurden of uit
voerden veor eeuwig der vergetenis onttrok
ken hebben.
Om de magtige benden van Filïps het hoofd
te bieden was er geld, 't geen toch de zenuw
des oorlogsis, van nooden. En wat kon men
dus beter doen, dan, den raad volgende van
den Franfchen Admiraal de Colignyhet geluk
ter zee te beproeyen en den vijand af te nemen,
'tgeen hij met levensgevaar engroote onkosten
in verre landen gehaald had? Dit ondernamen
de Watergeuzen met het gelukkigst gevolg
gelijk bekend is. Anderen verkozen zelfs op
vreemde kusten den vijand te beftoken hem
daar zijne fchepen en bezittingen te ontnemen,
en volksplantingen te ftichten, waar tot dus
ver denaam der Nederlanderen onbekend was.
Geleerd ter verdediging van de goede zaak
der vrijheid nu eenmaal ftout en gelukkig
ondernomenen begerig om te deelen in de
winsten die de overzeefche gewesten dezen
Volken ruimfchoots aanboden, belaagden zij
hen in alle Werelddeelen.
Het Zeevolk was nu niet meer een hoop
fchamele visfeherszeeroovers of gelukzoe
kers maar zij waren krijgslieden te land
en ter zee gehard, onder de Boisot's de de
Moo