C 12
naar hem die het eerst deze Kaap ontdekt
had) eene goede ankerplaats gelegenheid gaf,
om het land te verkennen en gemeenfehap
te maken met de ingezetenen. Hiermede
echter was de weetlust van Hudfon geenszins
voldaan. Men koos weder, zee de kust vol
gende in dezelfde ftrekking, tot dat men den
mond eener groote Rivier ontdekte, toen bij
de fchepelingen de Noord-rivier, en nader
hand naar den naam des eeriten ontdekkers
Hudfons-rivier genoemd.
Zoo ver het mogelijk wasdat is tot op
de hoogte van 43 gradenvoer men den ftroom
op, maakte kennis met de Inboorlingen en
hield zichnaar al het geen zij konden oordee-
len, volkomen verzekerd dat deze Rivier en
Landftreeknimmer te voren door eenige Eu
ropeanen waren bezocht geweest, Of zij
echter zich hierin misgist hebben of niet
durf ik niet beflisfen. De Heer S. Miller
D. D. een der leeraars van de eerste Presbij-
teriaanfche Kerk te New-IJork en Lid van de
Gefchiedkundige Maatfchappij aldaar, heeft
in eene Redevoering bij die Maatfchappij
in het jaar 1809 gedaan, verhaald, dat John de
Verrazzar.oeen Florentijner, die in dienst
was van den Franfchtn Koning Francois
den