C 27
Tot verzekering van den handel in pelte
rijen kocht men van de inlanders eene groote
flreek lands aan de westzijde der Noord
rivier honderd en zeventig mijlen van de
hoofdftad verwijderd, alwaar men eene fterk-
te bouwde, 't Fort Oranjenaderhand Alba-
nij 1 genoemd. Hier werd met delroqueezen,
toen met de Franfchen in oorlog een voor-
declige handel gedreven in Canadafche pelte
rijen die zij tegen brandewijn en allerlei
fnuisterijenbijzonder tegen buskruid en vuur
wapenen, afllonden.
't Geen de ondernemingen der Nederlande-
ren voordeel toebragt was buiten twijfel de
eerlijkheid waarmede zij de Wilden behan
delden. In 't maken van overeenkomsten hiel
den zij woord en leiden zich nimmer toe
om de onnoozelheid dezer ruwe menfehen te
verfchalken.
Aan de overzijde der vaste kust lag het
Lang- Eiland door de Oost- rivier daar van
gefcheiden en grenzende aan den mond der
Noord- rivier. Daar het bekend was wegens
deszelfs vruchtbaarheid, fchijnt ook de Maat-
fchap-
MO NT ANUS in zijne Befchrijving van de Nieu-we of onbeken
de Wereld f. 124. en onder aan het Kaartje voor yan «er.
IOMCK's Befcbijv. van Nieuw- Nederland.