-C 41 )- aan te nemen die haar uit Gods befchreven woord zoude worden bekend gemaakt mits wel toeziendebeproevende en vergelijkende wat zij voor vr aarheid zouden aannemen, enz. In Oogstmaand van het jaar 1620 verlieten zij Holland, met oogmerk, zoo ais Robert[on zegt(38), om zich aan de Hudfon s - rivier neder te zetten: maar, dooreen ongelukkig toevalkwamen zij veel noordelijker, en wel in in het begin van Slagtmaand aan Kaap Kod aan. Zij ontfeheepten hunne goederen in ee- ne baai daar tegen overen begonnen er eene Stad te bouwenwaaraan zij den naam van Nieuw- Plijmouth gaven. Het was in dezen tijd dat de Engelfehe Koning Jacobus de Maatfchappij van Plijmouth dieniets wezenlijks gedaan had tot den aanleg van eenige beftendige vastigheid in Noord- America, hervormde in den Groot en Raad van Plijmouthdenzelven tevens bij opene brieven de magt fchenkende om eene Volkplanting in Nieuw - Engeland aan te leggenen gron den aan de ondernemers uit te geven. Hij overleed in het jaar 1625 zonder dat er door zijnen dood eenige verandering voorviel in de ftaatkunde van Engeland, ten aanzien der Pu- C 5 ri- C38) ^.ÖBERTSO.M/. e. bi, 148. JSfi AL C. 1. D. 2,B. b!. 3$,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 233