C 43 fcbappij bezeten, bijzonder niet in 't district van Connecticutmaar de ongelukkige onver draagzaamheid en dweeperij der Puriteinen in Masjachujets gaf aanleiding, dat welhaast deze rust gefloord werd. Men mogt verwacht heb ben, dat zij, uit erkentenis voor de Holiandfche gastvrijheid, welke zii in LeidenAmfterdam en andere fteden van Holland en Zeeland, zoo langdurig genoten de Nederlandfche volk plantingen ongeftoord zouden hebben gelaten maar hoogmoed en eigenbelang fchijnen alle gevoelens van befcheidenheid en erkentenis ganfchelijk verdoofd te hebben. Het is naauwelijks te geloovendat men- fchen zoo naauw gezet van geweten dat zij in geenerlei verfchilpunt over Godsdienstpleg- tighedcn eenige de minste toegevenheid meen den te mogen toeftaan dat menfchen zoo vervuld met eerbied voor de Heiiige Schrift dat zij oordeelden hunne fteden en dorpen met Bijbelfche namen te moeten onderfcheiden zoo weinig overhadden voor hunne Nederland fche naburen en geloofsgenootcn zoo weinig acht gaven op derzelver vroegere bezitneming. Twee Leeraars in Salem(eene Steedjc itt Masfachufetsmisfchien ongelijk in bekwaam heden doch hardnekkig beide in de verdedi- £iug

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 235