C 59 )- zegepraald op den Koning. De ongelukkige Karei verloor op den 9. van Sprokkelmaand 1649 zhn hoofd op een fchavot terwijl het roer der regering overging in handen van den dweepzieken en onverzettelijken Cromwel eenen man, wien de.Nederlandfche nu erkende onafhankelijkheid en voorfpoed zoo zeer in de oogen ftakcn dat het ligtelijk te voorzien ware, dat een openbare vredebreuk daarvan het gevolg wezen moest te meernadat de Algemeene Staten geweigerd hadden zijnen Gezanten ge hoor te geven, en zij aan den Prins van Wallis (naderhandKarei den II) zoo na vermaagfchapt aan het Huis van Oranje een veilig verblijf in deze Landen hadden toegedaan. Zoodanig waren de omftandigheden in 't begin van het jaar 1651, toen de brief van den üi- retteur Stuivezand ter kennis van de Alge meene Staten gebragt werd. Het Gezantfchap, 't geen in't laatst van dit zelfde jaar naar Engeland gezonden werd, om de reeds begonnen vijandelijkheden te fluiten, kreeg in last, om ook hetftuk der Grensfchei- ding in America aan het Engelseh Parlement voor te ftellen maar men was daar zoo onge zind om met dit Gemeenebest eenig redelijk vergelijk te treffen, dat men zelfs geheel nieuwe én

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 251