-C 62 )- Gëmeenebesten. (58) Zij gaven hiervan ken nis aan de AIgemeene Statenbij hunnen brief van den 27 van Slagtmaand 1654, zich nogtans beklagendedat men hen niet had voorzien van de noodige bewijzen aangaande de eerlïre bezitneming der Nederlanderen en den koop van landen van de Inboorlingen, gelijk mede van een wettig bewijs der aangegane grensfchei ding; terwijl men aan de zijde der Engeifchen voorwendde onkundig te zijn, dat deze Staat cenige bezitting had in die ftreken, of dat er eenige grensfcheiding beilond waarop men zich dezerzijds beriep; in allen gevallen, een veel vroeger bezitrcgt, dan dat der Hollanders, flaandé houdende. (593 Ik vind geen verder gevolg dezer onder handelingen, dan alleen dat de Algemeene Staten op den 22 van Sprokkelmaand 1656 dc grensfcheiding goedkeurden, met oogmerk waarfchijnlijkom daarmede te bevorderen de onderhandelingen die tusfchen de West- Indifche Compagnie cn de Stad Amfterdam wegens de overneming van een deel van Nieuw- Nedètlandplaats hadden. (60) JS'teuw- 58 Ibidem bl. 688. (59) Ibidem bi. 695. (COGroot - PSacaatbeek Iï. Dt bl. 1278» Nadat ik di£ Ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 254