VOORBïRIGT.
LXXIV. Hoedanig is de Aardrijkskundige g*-
fteldheid van Vlaanderen bijzonder van het
voorraaiig Staats - Vlaanderen geweestfedert
de oudile tijden, tot aan het einde der veertiende
Eeuw? Welke veranderingen heeft dezelveoek
met betrekking tot de Rivieren Stroomen en Zee
kusten, federt laatagemeld tijdperk ondergaan,
tot den tegenvvoordigen tijd?
De Vraag niet beantwoord zijndeis bij het
Programma van 1811 voor eenen onbepaalden
tijd opengeflelden Raat nog open.
Desgelijks is de volgende Vraag, die bij het
Programma van 1814 voor eencn onbepaalden
tijd is opengefteld, nog onbeantwoord; doch
zal waarfcbijnelijk indien dezelve vóór de
eerstkomende algemeetie Vergadering niet is
beantwoord, worden ingetrokken.
LXXVl. Hebben de Blikfem-Afleiders over
al waar dezelve federt een aantal jaren zijn op-
gerigt geweest, de verwachte uitwerking gehad,
zoo dat zij niet flechts de Gebouwen, waarop
zij Ronden of nog ftaan maar ook de in de na
bijheid gelegene voor de fchadelijke uitwerkfe-
len van het Blikfem-vuur hebben beveiligd
Of zijn er wel bewezene gevallen voor han
den, waaruit ontegenzeggelijk blijkt, dat zoowel
Gebouwen met Afleiders voorzien als andere
B 4 bitw