10O 3— daaraan nog zeer veel ontbreekt, in weerwil van den arbeid dien ik heb aangewend. In dien ik had kunnen magtig worden het Vertoog of de Remonfirantte der Gemeente van Nieuw- Nederlanddoor van der Donck aangehaald indien ik toegang had kunnen krijgen tot de oudfle Natelen van de West - Indilche Maat- fchappij ter Kamer Amfterdamzoude ik waar- fchijnlijk naauwkeuriger hebben kunnen opge ven zoowel de reistogten naar, als de toene mende bevolking, befchavingen verdere lotge vallen van Nieuw-Nederland; doch hierin heb ben mijne pogingen niet mogen flagen. IVlis- fchien zou men, aangaande dat gedeelte der Volkplanting, 't geen aan de Stad Amfterdam was afgedaan, eenige bijzonderheden kunnen ontdekken uit de tlukken, te vinden, onder de Stads Papieren van Arnllerdam, in 't Muniment- Register B. folio 2.6, en D Jol. 89 en 148: doch ik geloof nietdat zij voorde algemeene kennis der lotgevallen van Nieuw - Nederland van merkelijk belang wezen zouden. Misfchien zouden de Engclfche Schrijvers Waarop Robertfon zich beroept in het vijfde deel zijner Gefcliiedsnis van Americaeenig Jicht over mijn verhaal verfpreid bebben dan mijne pogingen om dezelve te ra'adjde-' gen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 292