C Stukken, die licht verfpreiden over de groot* gebeurtcnisfenwaarop zich mijn aandacht bepaald haden heb mij daarom ooktot opheldering of uitbreiding van mijn Verhaal, van dezelve bediend, mij daarop bij ieder punt van dien aard in de Noten beroepende. En terwijl ik het Gefchiedkundig Genoot- fchap van New-IJork eerbiediglijk dankzeg voorde eer, mij bewezen, vertrouw ik, dat zij, ingevolge hare algemeene uitnoodiging, ook mijne aanteekeningenhoe gebrekkig an ders, zal gelieven aan te nemen als welmee- nende pogingen tot ontdekking der waarheid en tot opheldering der Gefchiedenis, al is het ook dat ik niet mogt zijn inftaat geweest alle de onderfcheidene Vragen te beantwoorden die zij ten onderzoek heeft voorgelteld, en die eerst na het fchrijven dezer Verhandeling ter mijner kennis zijn gekomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 294