-C 4 )- eenige twijfeling mogt overblijven en anderdeels uit eenige door théorie en on dervinding verkregene kennis van Waterwer ken voor zoo veel die tot ftrand- en duin- defenfien betrekkelijk zijn. Dit inziende, rekende ik het mij zelf, om meer dan eene reden, tot een' duren pligc omvoor zoo veel mijne bekrompene vermo gens toelietenpogingen te doen tot het be antwoorden eener Vraag, die gerekend wordt te kunnen ftrekken, tot bevordering van het welzijn van Zeeland in het gewigtig vak van deszelfs Waterflaat en om tevensis het mogelijk, aan de begeerte van het Zeeuwsch Genootfchap te voldoen, hetwelk zich zoo veel aan den Waterflaat van Zeeland laat gele gen liggen gelijk deszelfs van tijd tot tijd uitgegevene Werken getuigen en. wederom volgens Programma dit onderwerp als alle- zins gewigtig en, voor het vak der Zeeuwfche Waterweringen als hoogst belangrijk rekent. En in de daad, wie, die Hechts oppervlakkig nadenkt gevoelt niet het groot gewigt van het verdedigen onzer zeeftranden en duinen daar van dezelve ook onmiddelijk de veiligheid van have en leven afhangt Maar ookwie flechts eene geringe oppervlak kige

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 300