-c II )-
eerde zijn met zwarte cijfers uitgedrukt, en
de laatste, tot meerdere duidelijkheid, mee
rood aangeteekend op Bijlage Litt. A. en B.
Uit de negenjarige peilingen welke ik van
het noorderftrand van Walcheren heb kunnen
bekomen, blijkt, wanneer men alle de daarbij
gevondene gemiddelde diepten nagaatdat
de aanwinsten voor het eene Paalhoofd, en de
verliezen voer het andere Paalhoofd eikande
ren nagenoeg evenaren echter dat de balans
nog iets ten voordeele der aanwinst overflaat,
doch, dit daargelaten, ieder een begrijpt lig-
telijkdat men hier in gewonnen heeft
want tot den tijd der afzaging toe de diep
ten immer meer en meer, hoezeer van liever
lede, toenemende, gelijk de infeharingen van
de laagwaterlijn aan de eene en andere zijde
vooral aan den noordkant der Hoofden getui
gen, en gelijk daarvan zoo vele op laagwater
zelfs onbegankelijke koppen van Paalhoof
den, fteile resters van bermen enz. eenmaal
voren op het ftrand aan de Hoofden gecon-
ftruëerd, almede ten bewijze verftrekken
zoo heeft men immers veel gewonnen wan
neer
Op de grooteKaart des Ingenieurs hattinga van her jaar
if50 vindt men het ftrand nog 200Boeden buiten den voet van de»
toren van Domburg thans J'gt hetzelve flechts tot 134 Roedea
-éiaar buiten en is dusia 6ó jaren 66 Roeden ingekort.