OORBERIGT* telingen in de Tuchthuizen binnen de Proyincie Zetland, inzonderheid-in het Tuchthuis xe. Mid delburg eenen geftadigenvoor den Lande en ïrenzelven voordeeligen handen - arbeid te ver- fchaffen wat berekent men de kosten tot de voor te Hellene daartoe noodige inrigtingen en welke zijn de uitzigten op een goed vertier LXXIX. Te beantwoorden vótjr den i van Grasmaand 1817: Welke foorten van Molltisca worden hier te Lande, bijzonder aan onze Stranden gevonden? welke is hunne ligchameliike ftructuur, welke hunne huishouding?welk nut zou van dezel- vcn in de huishoudkunde en ter bevordering van handel en kunstvlijt kunnen getrokken worden? Op de LXXVIII Vraag geen antwoord inge komen zijnde, werd zij bij het Programma van 1816 verlengd tot den 1 van Grasmaand 1818. Zij bleef weder onbeantwoord, en werd bij het Programma ran 1818 nogmaals roor een Jaar opengelteld, doch zonder gevolg. Zij is alzoo bij het Programma van 1819 ingetrokken. De LXXIX Vraag bleef mede onbeant woord,' en werd in 1818 verlengd tot den 1. ran Grasmaand 1820, doch met geen beter gevolg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 30