C 59 laatfte jaren ongeveer dezelfde, en de dieptea in dien tijd niet merkbaar veranderd, derhalve is ook de fnelheid van den droom dezelfde geblevenen dus vervalt deze bedenking al mede ten eenemale. Eindelijk is de geopperde bedenking d. Dat het zeewater federt de afzaging der paalhoofden tot geringere hoogte gevloeid en de llormen te krachteloos zouden zijn geweest, om met grond zijne toeftemming te geven tot het voorfchreven befluit ten voordeele der afzaging van de paalhoofden" van meer gewigt dan de vorigedaar men de zelve fomtijds hoort opperen van menfchen die of met de afzaging der paalhoofden in derzelver belang gefnuikt of door anderen die bevooroordeeld en aan de oude werkwijze onzer Vaderen als verflaafd zijnde, alleen om die reden voordanders van hooge fteile paal hoofden zijn en niet zelden met deze mare voor den dag komen: dat het nog niet ge- noeg geftormd heeft om over de uitwerk- felen der verlaagde paalhoofden met grond te kunnen oordeelen." Doch wij vermeenen niet alleen overtuigd te zijn i° dat men federt de afzaging der paal hoofden op de itranden van Walcheren en Schou-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 325