C 31 dijksligchaam aldaareen put van ongeveer 150 fchafcen grondveriies geflagen vvierd, be- halven de vernieling van zoo vele vierkante roeden rijs- en fteenberm en kramwerk zon der te willen berekenen het aanmerkelijk verlies van den vooroever die van 1 a ea 3 voeten boven laag water, tot 12, 14 a 16 voeten beneden hetzelve wierdt weggellagen: en toen toch waren Schorers-Wilhelmïus en de Bruins hoofden reeds eer.igen tijd afge zaagd, en men vernam geetie afneming vaa het llrand ook bijna niets van den duin aan die zijde van Domburg. Of was de daarop volgende ftorm van |f Ja nuary 1809, toen de golven, vooral omftreeks ho'og watertijd derwijze woedden, dat men uit het dijksligchaara te Westkappelle het aan merkelijk verlies leed van ongeveer 800 lchaf- tenfpecie, niet verfchrikkelijk genoeg? toea de vloed op het noorderlh'and van Walcheren meer dan tweemaal de hoogte van een gewoon doodllroom - getij bereikte Of was de Uorm van den 21 en 22 October iSto Het moet toch ieder opmeikelijk ^voorkomen dat men van geen afnemen des duins bij Domburg meer hoort, wclue hoöge vioeden ook de kusten beipoöleni'edcrt de paalhoofden aldaar 2i;D alzaagddaar xncu weet hoe veel ge:uchts dit andsrs altijd iu Walcheren maakte»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 327