C S5 ftftJ de opgenoemde bedenking weg te nefficn'f of moet men eerst eenige januarij-vloeden (ff januari] 1808j) hebben, waarvan de his torie in Zeeland geen tweedj; voorbeeld op levert en die misfchien eens in de duizend of meerdere jaren voorvalt, om over de goede uitwerkfelen der verlaagde paalhoofden eert befluit te kunnen opmaken neen voorzeker, dewijl ook in dien gevalle de verlaagde hoof den, gelijk die thans zijn, meerder nut zouden doen dan de hooge lieile paalhoofden zoö als die bevorens op de ilranden zijn ge bouwd. Of is dit niet genoeg uit al hco Voorgaande op te maken laat zich dit niet al aanflonds begriipen uit de befchouwing der hoofden zelve maar neen wij wil len gelijk wij hier boven zeiden nog kor- telijk aantoonen datvooral ook bij tijden van ilorm en hooge vloeden de verlaagde paal hoofden in voege als die op de Ilranden van Walcheren en Schouwen zijn afgezaagd detl meesten dienst doen om alzoo alle beden king die er immer tegen derzelver verla ging mogce kunnen ontllaan, weg. te nemen. Daar toe is het noodig te weten das die hoofden eigenlijk niet zoo zeer zijn afge- C 3 zaagd4

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 331