-c 45 )- van den onderoever voor te komen dewijl de geringe hoogten aldaar geen i'chadelijke re- adlie der go.ven, en nog lebadelijker werking der neêren enz. meer kunnen doen ontftaan; daar de golven en de ftroom er, bij de minst» verheffing overheenvlieten en met te mirt der de fcrijking van deze op de ondergron den voorgekomen wordt; en dat het derhal ve te wenfchen ware dat deze voorfte ge deelten konden worden onderhouden en in dit door het verval derzelve gevreesde on heil konde worden voorzien. Hier toe den weg aan te wijzen zij mij vergund te befparen tot de behandeling van het vierde point der vraag. Na derhalven aangetoond te hebbendat lage boven hooguidlekende werken voor de defer.Ce en verbetering der Zeeuwfche ftran- den, in alle gevallen de voorkeur verdienen; vinden wij ons alzoo genaderd tot het on derzoek van het derde point der Vraag van hec Zecuwsch Genootfchap namelijk' of de tegenwoordige aangenomens wijze en con firuEïie der verlaagde paalhoofdenaan de flranden van Walcheren en Schouwen niet te verkiezen is hoven de aan de Holland- M jcha kusten gebezigde flesncn hoofden of met

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 341