'-( 49 Be vlügtzoo die niet boven de horizontale lijn van derzei ver kruin gefchiedc, opvangen en door de (helle zijden geen overwaaijen, veel min het overrollen meer veroorloven» maar die allen op noodelooze plaatfen opkeeren, tot dat het gelijks de kruinen der palen is opgehoopt; meest alle de paalhoofdenop het noorder- ilrand van Walcheren leveren ook na de afzaging, daar van de bewijzen op men zag het onder anderen aan de westzijden van Schor er s- en de Bruinshoofden enz. na die afzaging zelden andersen hoe noodig zijn intusfehsn niet deze zanden op het drooge firanden tegen de Duinstee in de holte aan de andere zijde dier hoofden riet vermogen der golven en des aanflrij-, kenden llrooms, mitsgaders de fchadelijke uit-, werkfelen der neêren voor de iiranden di® nog bij de tegenwoordige paalhoofden hoe zeer in een minderen graad, beilaan, zouden alzoo door tonneronde werken bijna geheel kunnen worden weggenomen en de zandltui- vingen tot aanwinst van het drooge ftrand cn tot verhooidng van de tee des duins meer o «5 doelmatig nog kunnen gefchieden; ja de regt- ftattdige drukking van het water en der golven zelve de laatste foort van werken bij ftoim- 111 deel. z. gen. D vloeden 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 345