C 66 )-
doenden fieun vinde op het rijswerk en tegen
de rij palen welke men aldaar, tot (leun der
glooijing en tot verzekering des werks, alvo
rens digt aan eikanderen zal hebben ingeflagen,
in dier voege als de letters g g figuur 2. (fub
litt. G.zulks almede duidelijk aantoonen.
Overigens den fteen op de oppervlakte, over
al in 't verband en vast tegen eikanderen,
regt op de glooijing gewerkt, met de minst
mogelijke ftopfteenen tusfchen beide, enz
Eindelijk moeten de landeinden dezer hoof
den zoodanig in den duin worden ingelaten
dat ecne affcheiding van dien, in allen gevalle,
onmogelijk is tot dat einde zal het buiten
beloop des duins wederzijds het hoofd ee-
nige roeden lengtezoo veel de plaatfe-
lijke gcfteldheid dit vordert, onder eene be
hoorlijke helling van 5 voeten op den voet
hoogte moeten worden gevlakt; tot3 a 4 voe
ten in het vaste Tl rand en 2 a 3 voeten bo
ven de hoogte dien de geduchte vloed van
44 januarij 1808 heeft bereikt overal der
wijze geftrekt, dat deze afvlakking, zoo veel
immers mogelijk isevenwijdig aan de kusc-
lijn gelegen kome ten einde alzoo meer en
meer de fchadelijke infcharingen der duinen
tusfchen de hoofden weg te nemen en eene
gce-