zul- -C 77 der gunstig vertoonen dan eldersen dat men er de duinen wel het meest vindt achteruit geweken. Om deze reden zullen daar wel de eerfte plaatfen mogen zijn, waar men nieuwe hoof den zal behooren aan te leggen. En in de daad ook dan eerst, als men zich nog een hoofd tusfehen Prinfesfen- en Borfdens-en wijders nog twee andere aan wederzijden Wilhel- miushoofd voorftelt, dan eerst zal men kunnen zeggen dat het noorderftrand van Walcheren nog maar flechts ecnigermate geregeld is ge- defendeerd, zoo veel dit behoudens de on doelmatige rigting der hoofdenmogelijk is. Eindelijk wilde ik, ten zevenden, na al het aangevoerdedeze verhandeling befiuiten met eene voordragt over de wijze, hoedanig men, op de doelmatigfte en minstkostbare wijze een Zeeuwsch ftrand en duingelijk die van Walcheren en Schouwen tegen de afflijting der ftroomen en den aanval der golven naar een vast fystematisch plan behoorde te de- fenderen eensdeelsom dat daar mede des te beter de gebreken van de vorige en nog tegen- w, ordige beflaande ilrand en duin - defenfien vooral van het Eiland Wakkeren, ia het oog

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 373