H waar zulks, bij ongeveer parallel aan de oevers loopende ttroonien met den gewenschten uit- (lag is gedaan, met een regcen hoek uit de kust zeewaaids zijn; daar door zullen dezelve eene gelijke uitwerking op de ftróomen van vloed en ebbe doen, zonder deze noodeloos te ver- fterken gelijk dit het geval der tegenwoor dige fchuinfche uitdekcnde paalhoofden aa* het Eiland Walcheren isen zonder gene we derom nutteloos op te vangen, of ongelijke aan botzingen der ftroomen te veroorzakendie we derom op fommige punten aanleiding tot ver- fneilingen draaijingen en neêren geven, ei daar door een ongelijkmatig ftrand en met cca onregelmatig ftrand wederom eene onregel matige duinstéé enz met alle de daarmede- gepaard gaande nadeclcn vormen of bet eene gedeelte ilrands tusfchen de hoofden bij llormvloeden en aanloopcnde golven meer blootfbcllen of befchermen en dekken, dan het andere En behalve dat, met een regten hoek uit de ku^t zeewaards, de hoofden minder lang behoeven te zijn om een zeker gedeelte ftrands te beilaandan met een fchumfchen hoek, et» dus een regte ook ten aanzien eener welbere kende oeconomieaanm'ijzensw ardig is, leert de ondervinding ook aan de Zeeuwlche ilraiy. F 2' cfea

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 387