-c 88 >-
ilrand opgaan, namelijk met eene zoo vlakke
helling als de ondervinding aan een goed ftrand
en aan zoo vele zeeplaten en bankendie de
felftc brandingen der zee verduren, heeft ge
leerd dat beflaanbaar is tegen de afflijtende
vermogens van ftroomen en golven enz.
dat is voor de noordkust van Walcheren met
een hoek op den horizon van ongeveer i 9'
5t i° n' of met één voet verval op iedere
48 a 50 voeten lengte, wederom zoo veel mo'
gelijk in acht nemende, de hier voren bepaalde
lioogten aan derzelver zee- en land einden.
Met deze vier algemeene vereischten der
hoofden, gevoegd bij eene zachtvloeijende zoo
genaamde tonneronde conftruccie mitsgaders
de noodige verfterking der duinen tegen het
afhalend vermogen der golven bij hooge ftorm-
yloeden, invoege als bladz. 65 en volgg. be-
fchreven is, gevoelt ligt ieder een dat een
geregeld plan van ilrand en duindefenfie, alle
ens overeenkomstig met een natuurlijk water
bouwkundig fystemawordt ingevoerden dat
Zoo ooit eenige defcnfie tegen de zee doelma
tig zal zijn het immers deze moet wezen
ook
Het is uit den aard der zaak kiaardat de koofden ala
srn actief gedeelte van liet ftrand uitmakende, eene iphjke helling
éiwiJca ie hebben, als het ftrand zelve.