97 ttit hét westen en west-zuid-westen veel fchade aan het Pierminnes- en Odïjkshoojden voor den IVestkappelfchen zeedijk, en aan de onafgezaagde paalhoofden op het noorderitrand, bijzonder aan het Perres-BorsfelensPrin- fenPous- en de Vriendthoofden alsmede in het kramwerk aan de westwatering: het nieu we gaffelfchip van J. van Sprang voor den westkappelfchen zeedijk met hout geladen verongelukte tegen het ftaketwerk langs den zoom des duins ten zuiden den dijk gecon grueerd. Den a6. en 37. Januarij 1809. Werden met den ftorm en hoogen vloed, de drie onderlte reken dwarsftaket ten noorden het Zuidwaardschhoofdgeheel weggellagcn mitsgaders de vooroever, tot diepten van is, 14 k 16 voeten. Het Zuidwaardsch'noofd werd door de aanrollende golven, van de=zelfs zij we, ringen beroofd, en de punten der palen zelfs, aan de noordzijde zigtbaar. Verfcheidene da gen aan eikanderen, was men met een aanzien lijk aantal wagens manfehappen enz. bezig om van alle punten der watering de grootfle Doornikfche en Noordfche keilteenen, in het ill. deel» z. gen. G grand-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 397