lc7
en ontwortelden Jommige der paalhoofden van
hetzelve ter gemiddelde ler.gte van 55 voe
ten doch de duinen tusfchen de hooge
paalhoofden op het zuiderfrrand van dit ei
land wierden ruim wat meerder aangetast, zoo
dat de hoofden, die van den duin wierden ont
worteld, gemiddeld, 12 voecen lengte belie
pen ofschoon de.paslh oefdenhier zoo veel na
der bij elkanaercn ftaan dan die op het noorder-
ftrand van dit eiland wezenlijk even min dan
de boven aangehaalde vergelijking van de ont
worteling der hoofden, geen llerk bewijs voor
de nuttigheid der hooge paalhoofden in verge
lijking van de verlaagde op het noorderftrand
Bedenkt men nu hierbij, de uitwerking der
vroegere vloeden toen ook op het noorder-
ftrand nog geen paalhoofd was afgezaagd, als
wanneer dit laatste ilrand doorgaans meer dan
het zuideiftraod leed dan valt de betere uit
werking der afgezaagde hoofdeis bij ftorm-
vloeden, nog des te meer in 't oog. Met den
noodlottigen vloed van den januarij :8o8,
wierden de paalhoofden van de duinen op het
zuiderflrandHechts gemiddeld 14 voeten ont
worteld doch die op het noorderltrand ge-
aiiddeld 24jf voeten.