3 )-
En wat derzelver naaiiwkeurigheid betrefthie?
omtrent meen ik mijne lezers naar het werkje
zelve te mogen verwijzenzij zullen daar in zieij
dat, overeenkomstig des Schrijvers doel, in dit op»
zigt slechts een weinig der uiterst strenge naauw-
keurigheid aan het gemak is opgeofferd. Ik voor
mijberoep mij hier op de ondervinding als de
beste leermeesteressedeze heeft mij nugeduren
de vijftien jaren de deugdelijkheid en juistheid!
dier Tafelen genoegzaam bewezen: trouwens, alle
Eclipsen die ik daarmede ontworpen heb en
vervolgens heb kunnen waarnemen zijn in
alle bijzonderheden juist uitgekomen en in
zeer enkelde en de meest ongunstigste gevallen
is liet verfchil nooit grooter dan 2 minuten tijds
geweesteen verscliil dat ook bij de allerstreng
ste en langwijligste berekeningenuit de beste
Maans-tafelen afgeleid nog wel eens even zeer
voorkomt.
Toen wijlen mijn vriend de weleerw. lieer
van hoek zijne Geschiedenis van den Tf eiter-
vloed des Jaars 1808 schreef, en daarin een ver
haal gaf van alle de Watervloeden van vroegere
Jaren verzocht zijn Eerw. mij de Nieuwe of
Volle Manenwelke vóór of na den tijd dier vloe
den hadden plaats gehadte willen berekenenten
einde daaruit te kunnen zien ol die vloeden al
A 4 dan