-C 4 )- dan niet bij springtijen waren voorgevallen. Ik berekende die dan uit de Tafelen van la lande, Welke ook die van maijer zijn en te gelijk üit de Nieuwe Ecliptische Tafelen van den Heer 3>e kanter, om alzoo deze laatsten eens te toetsen. Op deze wijze had ik reeds de Nieuwe en Volle Manen van een groot getal Jaren van ettelijke eeuwen dubbeld berekenden ik vond zoo veel juiste overeenstemming in beider uitkomsten dat ik voor alle de volgende jarende tafelen van la lande varen liet en mij met alle gerust heid aan de anderedie eene veel kortere en meer gemakkelijke rekening gaven, gehouden heb. Ik erken dat men van een meetkunstig ontwerp niet alle de uiterste naauwkeurigheid van eene Strenge berekeningkan verwachten.Maar welk liefhebber der Sterrekunde, die deze verhevene Wetenschap niet als zijne hoofdbezigheid beoefent, -heeft den noodigen tijd het geduld en dc be kwaamheden die tot zulk eene hoogst langwij- bge en zeer ingewikkelde berekening vereischt worden? waarin, bovendien, het begaan van mis slagen zoo mogelijk is. En hoezeer wordt deze arbeid nog verzwaardwanneer men ook de al- gemeene bijzonderheden eener Eclips wil nasporen of alles wil berekenen wat noodig is, om op eene Wereldkaart het spoor te bekken. Let welk de sclut«

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 420