-C 3 )- mogen toejuichenen rustig voortgaan, om hunne voetftappen te drukken. Maar hoe onderneem ik dit betoog, zonder door eene te oppervlakkige befchouwingte kort te doe» aan de waardigheid van het onderwerp, of zonder door eene te groote uitgebreidheid te veel van uwe aandacht te vergen Misfchien deed ik best te belijdendat de po ging mijne krachten zeer verre overtreft, en dat het overzigt alleen over een tijdvak van vijftig jarigen Letterarbeid mij befchiocmd en duizelig maakt, om mij roekeloos op dien oceaan te begeven. Mij nogtans M. H- verlatende op uwe toegeven heid zoo dikwijls ondervondenzal ik het wagen op dit plegtig feest voor den roem onzer Maat- fchappij op te tredenen u alzoo voorgaan om het offer onzer dankbaarheid aan te bieden aan den Vader der lichten, van wien alle kennis nederdaalt. Ik zal u op geen afgepasten toon onderhouden door de aflezing van de lange lijst der bekroonde Prijs - antwoorden en gedrukte Verhandelingen. Liever treden wij het ruime veld onzer werkzaam heden vrolijk inbefchouweii deszclfs doelmatige» en nuttigen aanleg, rusten hier of daar onder de fchaduw van eenen opgaanden ceder, of plukkea uit velen eene geurige bloem, terwijl wij voor de ftandbeelden van winkelman, van de perre, de nieuw- erve, te water, de beide h u r g r o nj f. s gallandatcii andere harer {lichters en weldoeners Uil ltaandeeenige bloemen om hunnen fchedel vlechten. C 5 Wan-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 45