12 macaró, Raad der ftad Middelburg, en den Advokaat s dt wind, beide beminnaars der Vaderlandfche Oudheden en Leden van 't Zeeuwsch Genoorfchap der Wetenfchappen trad ik dat afdak of fchuurtje door den timmerman der Kerken gebruikt wordende binnen. Aan deszelfs regterzijde tegen over de deur, zagen wij tegen den buitenften Kerkmuur en tusfehen deszelfs opgaande drummers een zwaar gemetfeid uitflek of nis, en in den vóór muur daarvan een gat, groot genoeg om ons, den eencn na den anderen binnen te laten welk gat echter met losfe brikfteenen plagt te zijn opgevuld. Met behulp van een lantaarn, in de Nis ge gaan zijndezagen wij onder den boog daar van loopende van het hoofd- naar het voeten end, eene blaauwe arduine platleggende zerk, gemetfeid tusfehen de drummers, en daarin, zoo wel als in den Kerkmuur, ter breedte van eenige duimen ingelaten. De fteenen waren alle van dezelfde grootte en kleur. Op de zerk vertoonde zich eene Ridders- of Krijgsmans gedaante(waarvan het hoofd gefchonden is,) houdende een fchiid in de linkerhand (waarop zich de trekken van eenen Haan,-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 466