13 )- Baanden Leeuw opdoen) en hebbende aan de voeten een' liggenden hond; terwijl eene Go- thifche torenfpits aan de wederzijden des Rid ders opgaat, fchoon de linkerzijde onder den Kerkmuur verborgen zij. De zerk was van boven en ter regterzijde gebrokenen de Bukken of naar beneden ge zakt, of onder het puin verborgen. Van het gebeente ontdekte men toen alleen een dee^ van den hoofdfcbedel dat zorgvuldig door ons bewaard werd. Van dit alles echter was binnen de Kerk niets zigtbaar daar de nis met een' halven üeens-muur dikte was gefloten, waar tegen zitbanken getimmerd waren het geen dus ook zeer natuurlijk aanleiding heeft gegeven dat de bewuste grafplaats in veigetenis is geraakt. Uit de hier bijgevoegde afbeelding, door den kunaigen Teekenaar j. h. ueygers ter plaatfe zelve vervaardigd, zal men de zerk naauwkeuriger kunnen kennen. Ka van mijne ontdekking aan den Heer Gouverneur dezer Provincie en de Heeren Burgemeesteren van Middelburg te hebben kennis gegeven trad ik in overleg met den Heer Mr. j. verheljè van citters. Oud

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 469