22 Zoon den Roonisch-Koning koekbaad den IVhoe fchandelijk en onwettig de vloekban was, door den eerloozen Kerkvoogd bij her haling over hem uitgefprokenwelke midde len van dwang en omkooping hij door z uien gezant den Kardinaal Caputio bezigde; welke beloften hij deed om zijn oogmerk te berei ken, zelfs de vergeving der zonden niet uit gefloten; hoe fcbroomvallig en fchöOrvoetend de Kcurvorftenen dat nog van de. zeven flechrs drie, hunne toeflemming gaven tot de verkie zing van Willem van Hollandpas twintig jaren oud hoe zijne krooning te Akenna eene langdurige belegering ingenomen, in de daad eene ziellooze eerbewijzing was; hoe zelfs na den dood van Keizer feeder ik en zijnen Zoon koenraad, en na de verkiezing en krooning van Koning willem, de botfingen en twisten bleven voortduren; hoe aanzienlijke Rijksvorflen hem naar het leven ftondenéén hunner zijne Gemalin elizabet wegvoerde en opfloot; hoe, met één woord, willem het werktuig was der dolle wraak van Inno- centius den IV tegen het Muis van Zwaben.N Redenen alle,waarom de voornaamfleChro- nologifche fc'nrijvers, gelijk Petavius, en die Van F Art de vérifier les Dateswillem Graaf yao

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 478