-( 23 )- van Holland als een Antirexen Rival van het wettig hoofu des Roomfchen Rijks, in de lijst der Westerfche Koningen en Keizers op tellen. i En nu vraag ik: is het te vermoeden, dat k a r e l nu aan het hoofd des Duicfchen Keizerrijks geplaatst, en zoo jaloersch op de handhaving van zijn gezag tegen de aanmatigin gen des Roomfchen Kerkvoogds, na van dit alles onderrigt te zijnzoude hebben kunnen befluiten om aan den Graaf vv illem van Hol land, op de te makene grafzerk de eeretee- kenen der waardigheid van Roomsch-Koning te geven? Waartoe zoude zulks ook noodïg geweest zijn, daar willem hier niet in aan merking kwam als Roomsch-Koningmaar als Graaf van Holland en Zeelandals begiftiger der Abdij van Middelburg? Hoedanig men ook hier omrrent denke genoeg is hetindien ten minden dit ge volg uit het verhaalde kan worden afgeleid dat het gemis der Koninklijke eereteekenen op de grafzerk, althans geen voldingend bewijs is, dat zij geenszins die van Koning willem kan zijn. Bovendien, indien de gevondene Graftombe niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 479