C 14 Op uw voorftcl werd in't jaar 1801. eene Trijs* vraag uitgefchrevenaangaande de middelen tot Verbetering der v/ater' ontlasting van dit Eiland en gij hadt het genoegen uit verfcheidene Prijs* vragen drie jaren laterdie van ons medelid den Heer schraver bekroond te zien. 't Is waarhet ontkennend gedeelte van 's Mans voordel (het niet doen van afdammingenhet niet bouwen van Watermolens) is gevolgd, maar niet het ftellige de aanbouw van eene nieuwe Sluis aan de Noordzijde des Eilands, bij den Oranjepolder, ©fzoo mogelijk eene Sluis op de Vlisfingfche ha ven uitwaterende, met een Watermolen bij dezelve en nog een Watermolen, malende op de gracht van Vere. Maar zou zijn voordel vruchteloos geweest zijn indien de uitvoering terdond bij der hand ge nomen ware cn de toenemende verzanding der Middelburgfche haven 11a verloop van twaalf jaren zijn plan niet had doen vervallen Met reden mag men hieraan twijfelen. Bovendien heeft de bekroonde Verhandeling gediendom de klagten over de gebrekkige waterloozing van het Eiland te wettigende aandacht van het Beduur daarop meer te 'vestigenen alzoo aanleiding te geven tot die verbetering waarin wij ons thans ver heugen mogen en verder gelijk ik hoop zullen verblijden. Even eens is het gelegen M. H. met het belang rijk onderwerp der Middelburgfche Havenwaar omtrentop voordel van den Heer drijfhout in den jare 1803., eene Prijsvraag werd uitgefchre ven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 56