so vergeefsch geweest zijn vooral wanneer gij voor uwen geest terug roept a! den tegenftandwaarmede du Genootfchap ledert het 1771. tewerftelen had, gelijk ik in mijne vorige Aanfpraak van den 21, Januarij dezes Jaars heb aangewezen. Maar hoe veel booger nog ftijgt onze bewonde ring, wanneer wij het oog werpen op de breede lijst van nuttige en aangename Voorlezingen fe- dert den aanvang onzer maatfehappeiijke vereeni- gïng tot hiertoe, gedaan in de maandelijkfche bijeenkomsten en algemeene Vergaderingen mitsga» ders in die van Heeren Directeuren Aan uwe werkzaamheidijverige lapobt! zijn wij die kennis verfchuldigd Maar bij den wierookdien wij de edele lehrijvers en redenaars gaarne toezwanijen hoe fniert ons het gemis van zeer velen dier lettervruchtenbij gebrek van toe gezegde afschriften En nu zoude ik mijne rede kunnen befluitenin dien ik niet dacht, alvorens het overzigt onzer let terkundige loopbaan te Haken, eenige weinige 00- genblikken te moeten ftil (laan bij de beeldtenisfen onzer voornaamfte Begunftigers en Weldoeners. Zonder de mate hunner edelmoedige giften te willen vergelijken, (raat gij mij nogtans toe, dat ik, uit velenmij Hechts bij weinigen bepale. En dan trekt mij uwe beeldtenis bijzonder aan, edele van de pek re! rijk zoowel in gaven des geluks als der wijsheid hebt gij niets onbeproefd gelaten, om in dit Mufeum den zetel te vestigen voor het onderwijs van YVetenfchappen en Kuilden! Af-J»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1821 | | pagina 62