M IJ N E II E E R E N f
ZEER GEËERDE MEDELEDEN1
Qnder de menigvuldige drijfveren tot nuttiga
en edele daden behoort huiten twijfel de Eigen-
liefde eene driftdoor den weldadigen Schep
per in het hart van iederen mensch zoo diep in
geprent dat zij door sommige Wijsgeerenniet
ten onregte misscliienvoor het beginsel van alle
zedelijk gevoel gehouden is.
Onverschillig te zijn omtrent zijnen goeden naam i
behoort zekerlijk niet tot de gewone karakters der
menschen. Wie zoubij do bewustheid van on
schuld gaarne voor misdadig willen doorgaan bij
zijne medemenschen Wie stelt geen belang in da
goedkeuring van anderen, bijzonder van bevoeg
de beoordeelaarsbij de herinnering aan eenig
nuttig werk of welgemeende poging? Waar is
de mandie te vreden is met de goedkeuring
met de toejuicliing zelfs van het levend geslacht
zonder zich te bekommeren over de toekomst?
Of zou een vlugtige roem den Heldden Staats-<
manden Wijsgeerden Schilderden Dichter
III. CEEL. Z. C-EN. 4 he-.